Bij de bouw van scholen vinden twee parallelle processen plaats: Onderwijsontwikkeling en scholenbouw. Beide processen kunnen elkaar stimuleren – en beide processen vereisen specifieke ervaring, deskundigheid, competenties en organisatievormen.
Bij de bouw van een nieuwe school moet de schoolleiding zich met beide processen vertrouwd maken. Om het proces goed te laten verlopen, is het belangrijk dat men zich bewust is van de verschillen tussen “veranderingsbeheer” en “projectbeheer”.
Een bouwtaak is een positieve en noodzakelijke gelegenheid voor leraren en schoolleiding om na te denken over de toekomst van hun eigen onderwijsvisie. De school verhuist. Er zijn veel verschillende ideeën en overtuigingen. Het is waardevol gebruik te maken van deze verscheidenheid van meningen, het eindresultaat moet immers ook ten dienste staan van een verscheidenheid van mensen en werkwijzen.
Het is een veranderingsproces dat veranderingsmanagement en transformationeel leiderschap vereist. Voor leraren is persoonlijke ervaring zeer belangrijk. Dit kan voor elke persoon anders zijn. John Kotter’s credo “Zien, Voelen, Veranderen” is hier van toepassing. Het is belangrijk dat de schoolleiding midden in dit proces staat en de visie van de school realiseert, verbindingen legt en mensen aanmoedigt om aan het gesprek deel te nemen en van elkaar te leren.
In de bouw werken bouwprofessionals samen in een systeem van afspraken met duidelijke verantwoordelijkheden, afbakeningen en contracten. Dit vereist ook projectbeheer en een transactionele leiderschapsstijl. Deming’s credo “Plan, Do, Check, Act” is hier van toepassing. In een bouwproces werkt men in een hiërarchische structuur. De rol van het schoolhoofd is meer die van een opdrachtgever met een gepaste afstand om de resultaten uit te voeren en te controleren.