De digitale revolutie als paradigma van het informatietijdperk heeft aanleiding gegeven tot talrijke vormen van opleiding, onderwijs en volwasseneneducatie. In eerste instantie vervangen deze e-learningstrategieën vooral het klassieke frontale onderwijs: één-op-veel formats worden gedocumenteerd en semantisch verwerkt. Er ontstaan echter steeds meer zelfstandige vormen die gebruik trachten te maken van de specifieke mogelijkheden van digitale en netwerkcommunicatie.
Feedbacklussen en integratie van sociale media leiden tot een betere uitwisseling tussen leraren en leerlingen, en binnen deze groepen. Het verzamelen en analyseren van grote hoeveelheden gegevens over leer- en onderwijsprocessen maakt optimalisering en individuele afstemming op studenten en leeromgevingen mogelijk1.
Methoden
Het is efficiënt om specifieke leerinhouden die geschikt zijn voor digitalisering op informatietechnologieplatforms te presenteren, te bundelen en te coördineren 2,3. Op basis van dit kennis- en ontwikkelingsniveau wordt ingegaan op de speciale eisen in de permanente educatie voor vakbekwame personen. Personen die deelnemen aan participatieve processen (d.w.z. “fase 0”-processen) leren om de uitspraken en standpunten van de andere betrokkenen op een positieve manier te interpreteren en te verwerken.
We gebruiken de instrumenten en strategieën van een MOOC om een efficiënte en uitgebreide voorbereiding van de inhoud van het discours te bereiken. De semantiek van de gebruikte termen wordt onder de cursisten gedeeld en uitgebreid.
De deelnemers worden al vroeg betrokken bij typische situaties die gekenmerkt worden door groepsbelangen en komen in situaties terecht waarin zij leren oordelen en beoordelen, waarbij zij competentie en anekdotische feedback uitwisselen en verder verwerken4. Doelgericht geplaatste fysieke ontmoetingen (d.w.z. excursies, walk-throughs) stellen de deelnemers in staat de niet-abstracte kwaliteiten van architectonisch ontwerpen samen te ervaren binnen het kader van de cursus, die overwegend onafhankelijk van de locatie en niet synchroon wordt afgewerkt5.
Andere didactische benaderingen van het ERASMUS-onderzoeksproject LEA (spel, smartphone-app, handleiding voor facilitatoren van fase 0-evenementen) vullen de MOOC-aanpak aan.
Verwachte resultaten
Een eigentijdse architectuur voor scholen die geschikt is voor nieuwe pedagogische praktijken vereist mensen die, als besluitvormers en verantwoordelijken, de relevante concepten van alle betrokken partijen kennen en delen6.
Participatieve processen blijken zeer geschikt te zijn om in een vroeg stadium een algemeen beeld te schetsen van de problemen in een specifieke context. Een eerste vereiste hiervoor is echter de uitbreiding van het vermogen tot dialoog over architectuur en de perceptie daarvan. Samen wordt nagedacht over de ervaring van ruimtelijke effecten en worden de mogelijkheden om ze te beschrijven “begrepen”.
Het doel is competenties te verwerven om
- in staat zijn de verschillende terminologie van de afzonderlijke betrokken vakgebieden operationeel te begrijpen en productief toe te passen;
- te anticiperen op discussie- en besluitvormingssituaties, teneinde een positieve groepsdynamiek voor openheid en eerlijkheid te creëren.
Het LEA-project streeft ernaar om de betekenis en het belang van ruimtelijke voorwaarden voor een succesvolle pedagogie te verankeren in het bewustzijn van de verantwoordelijke personen.
Referenties
1 Mayer-Schönberger V., Cukier K. (2014), Leren met Big Data
2 Ko S. (2017, 4thEd.) Online lesgeven
3 Zhadko O., Ko S. (2020), Best Practices in het ontwerpen van cursussen met OER
4 Ward K. (2020, 2ndEd.), Onderzoek naar de stad
5 Dünne J., Günzel St. (2012, 7thEd.), Ruimtelijke theorie
6 Imms W., Kvan Th. Eds. (2021), Overgang van leerkrachten naar innovatieve leeromgevingen